Sinds haar geboorte heeft Lene haar Pietje. Nou, eigenlijk al vóór haar geboorte. Wat ze lang niet wist was dat ze twéé Pietjes heeft, die wij steeds wisselden voor een gelijkmatig afgeleefde look. Dat van dat afgeleefde is goed gelukt, trouwens, bij allebei de Pietjes. Kasper heeft twee keer Klaasje, het bruine en kleine broertje van Pietje. Inmiddels heet Klaasje ‘Bobo’, naar het konijn van de crèche. Kasper heeft trouwens ook ‘Aapie’. Dat is geen aap, maar een schaap. En ook daar weer twee van. Klaasje blijft dus, door die combi-diensten met Aapie, mooier dan Pietje. Voor nr. 3 heb ik nu maar vast Koosje gekocht. Koosje is het witte broertje van Klaasje.
Lene wist tot begin van dit jaar niet dat er twee Pietjes waren, maar wél dat haar broertje twee knuffels van elk had: “Mag Kasper nu een schone schaapie?!” zou ze vragen na de zoveelste spuugbeurt van Kasper. Toen Lene ergens dit jaar zo’n spuugbeurt had en een beetje in paniek was dat Pietje vies was geworden, besloot ik dat het tijd was voor open kaart. Dus zei ik alsof het de gewoonste zaak van de wereld was “Nou, dan pak ik toch even schone Pietje voor je?”. Ze was met stomheid geslagen. Sterker nog, ze had sterk het idee dat ze in de maling genomen werd, maar tegelijkertijd leek het allemaal ook zo logisch…. De ‘nieuwe’ Pietje werd aan nauwkeurig onderzoek onderworpen, maar Lene moest toegeven: net zo afgeleefd en oud. Alleen rook hij wat beter en dat is iets dat de dame met de fijne neus bijzonder kan waarderen. Ik vond het zelf een bijzonder grappig moment.
Enfin, al die reserveknuffels reisden tot voor kort mee in een kussensloop, diep weggestopt zodat Lene ze niet vond. Het werd tijd voor iets praktischers – met plek voor 4 knuffels, maar iets dat ook niet zoveel ruimte in beslag neemt als een kussensloop. En dus maakte ik – eindelijk tijd in mijn verlof – een knuffel-reistasje. Weer volgens mijn favoriete patroon: de open-wide zippered pouch.